Ga naar de inhoud

Een architectonische tijdreis in Bordeaux

Als architect heb ik in mijn leven heel wat steden mogen zien. Ik heb me vergaapt aan de skylines van New York, ben verdwaald in de oeroude stegen van Rome en heb de organische vormen van Gaudí in Barcelona bestudeerd. Toch is er een stad die een bijzondere plek in mijn hart heeft: Bordeaux. Voor mij is deze stad niet zomaar een bestemming; het is een levend, ademend openluchtmuseum van architectuur. Wandelen door Bordeaux is als bladeren door een rijk geïllustreerd handboek van de Europese bouwkunst. Op elke straathoek, in elke gevel en op elk plein zie je de sporen van de tijd, van de Romeinen tot de visionairs van de 21e eeuw.

De schoonheid van Bordeaux zit hem in de harmonie, maar ook in het gedurfde contrast. De stad heeft haar 18e-eeuwse, crèmekleurige eenheid – nu UNESCO Werelderfgoed – zorgvuldig bewaard, maar is niet bang geweest om daar gedurfde, moderne statements aan toe te voegen. In dit blog neem ik je mee op mijn persoonlijke wandeling langs 10 architectonische hoogstandjes. We beginnen bij de schaarse resten van de Romeinse oudheid, duiken de middeleeuwen in met gotische kathedralen en sprookjesachtige poorten, bewonderen de classicistische meesterwerken die de stad haar elegante gezicht gaven, en eindigen bij de iconische bouwwerken van nu. Dit is geen toeristische gids, maar een uitnodiging om anders te kijken: naar de lijnen, de materialen, de visie achter de stenen. Ga je mee op deze fascinerende reis?

Inhoudsopgave

Architectuur uit de oudheid

1. Palais Gallien: Echo’s van het Romeinse Rijk

Onze reis begint waar de stad zelf begon: in de Romeinse tijd. In een rustige woonwijk, enigszins verscholen van de grote boulevards, vind je de restanten van het Palais Gallien. Dit zijn de ruïnes van het amfitheater van het Romeinse ‘Burdigala’, gebouwd in de 2e eeuw na Christus. Hoewel de naam verwijst naar de 3e-eeuwse keizer Gallienus, is het bouwwerk ouder. Met een geschatte capaciteit van zo’n 22.000 toeschouwers was dit een imposant complex waar gladiatorengevechten en andere spektakels plaatsvonden. De arena had een ellipsvorm, met afmetingen van circa 70 bij 47 meter. De buitenafmetingen waren met 132 bij 111 meter ronduit indrukwekkend voor een provinciale stad.

Wat je vandaag de dag ziet, is slechts een fragment van de oorspronkelijke grootsheid: enkele bogen van de buitenste ring en de contouren van de arena. De constructie bestond uit een mix van baksteen en hardsteen (opus mixtum), een typisch Romeinse techniek die zowel sterkte als een zekere esthetiek bood. Na de val van het Romeinse Rijk raakte het amfitheater in verval en werd het in de middeleeuwen een ‘carrière’, een steengroeve waar men bouwmateriaal weghaalde voor nieuwe constructies. Later werd het een toevluchtsoord voor verschoppelingen en stond het bekend als het ‘Palais des Fées’ (Paleis van de Feeën). Het is een plek die tot de verbeelding spreekt. Tussen de moderne appartementencomplexen staan deze oude stenen als een stille getuige van een groots verleden. Het vergt wat fantasie om de volle arena voor je te zien, maar de resterende bogen, met hun klassieke Romeinse vorm, verraden de schaal en de technische kunde van de bouwers.

Middeleeuwse meesterwerken

2. Porte Cailhau: Een gotische triomfboog

We springen een millennium vooruit naar de late middeleeuwen. De Porte Cailhau, gebouwd rond 1495, is een prachtig voorbeeld van de overgang van de flamboyante gotiek naar de vroege renaissance. Het is meer dan alleen een stadspoort; het is een monument. De poort werd opgericht ter ere van de overwinning van koning Karel VIII in de Slag bij Fornovo en fungeerde zowel als defensieve poort in de stadsmuren als een triomfboog die toegang gaf tot het Palais de l’Ombrière, de toenmalige koninklijke residentie. Architectonisch is het een juweel. De structuur, opgetrokken uit lichtgekleurde kalksteen, combineert robuuste militaire elementen zoals mezekouwen (openingen waaruit men projectielen op aanvallers kon gooien) met verfijnde, decoratieve details.

De daklijn is een feest voor het oog, met zijn spitse torentjes, dakkapellen en een centrale lantaarn. Dit is typisch voor de late gotiek, waarin men de verticaliteit en de decoratie tot het uiterste dreef. Let op het beeld van Karel VIII in een nis aan de stadskant, en de gedetailleerde sculpturen van onder andere kardinaal d’Epernay. De poort is 35 meter hoog en biedt vanaf de bovenste verdieping een schitterend, ingekaderd uitzicht op de Pont de Pierre en de rechteroever. Een bezoek aan de binnenzijde is de moeite waard; de houten dakconstructie van het timmerwerk is een prachtig staaltje vakmanschap. De Porte Cailhau is een sprookjesachtig overblijfsel dat de rijkdom en het zelfvertrouwen van het middeleeuwse Bordeaux perfect illustreert.

3. Grosse Cloche: Het belfort als symbool van stedelijke macht

Niet ver van de Porte Cailhau vinden we een ander iconisch middeleeuws bouwwerk: de Grosse Cloche. Dit is het belfort van het voormalige stadhuis van Bordeaux en een van de weinige overblijfselen van de 13e-eeuwse stadsmuur. Het belfort, met zijn twee massieve, ronde torens van 40 meter hoog en een centraal poortgebouw, straalt pure kracht uit. De torens zijn verbonden door een middengedeelte dat in de 15e en 17e eeuw werd aangepast. Oorspronkelijk diende de poort als gevangenis voor kleine vergrijpen; de zware deuren en tralies getuigen nog van deze functie.

De architectonische ster is natuurlijk de enorme klok, ‘Armande-Louise’, die in 1775 werd gegoten en maar liefst 7.750 kilo weegt. In de middeleeuwen waren belforten en hun klokken de ultieme symbolen van de stedelijke autonomie en macht. Ze luidden niet alleen de tijd, maar ook bij brand, gevaar, of om belangrijke gebeurtenissen zoals de start van de oogst aan te kondigen. Het uurwerk, toegevoegd in de 16e eeuw, is prachtig, net als de vergulde windwijzer in de vorm van een Engelse luipaard, een verwijzing naar de periode van Engelse heerschappij. De Grosse Cloche is een robuust en karaktervol monument dat de bezoeker direct terugvoert naar de tijd waarin de stad haar eigen wetten stelde en verdedigde.

4. Cathédrale Saint-André en Tour Pey-Berland: Gotiek in volle glorie

De kathedraal Saint-André is het religieuze en architectonische zwaargewicht van Bordeaux. Hoewel de oorsprong romaans is, is wat we vandaag zien grotendeels een meesterwerk van de hooggotiek, gebouwd tussen de 12e en 16e eeuw. De schaal is overweldigend: 124 meter lang, met een schip van 23 meter hoog. De plattegrond is die van een Latijns kruis. Wat de Saint-André bijzonder maakt, is het brede, ongedeelde schip in de Angevijnse gotische stijl. Dit creëert een enorme, open ruimte die later werd voorzien van extra steunberen om de druk van de gewelven op te vangen.

De noordelijke façade is een triomf van de Rayonnante gotiek, met een prachtig timpaan dat het Laatste Oordeel uitbeeldt, omringd door fijnmazig beeldhouwwerk. De luchtbogen en steunberen aan de buitenzijde vormen een indrukwekkend exoskelet dat de constructie overeind houdt en de muren toelaat om plaats te maken voor grote glas-in-loodramen. Een opvallend kenmerk is de vrijstaande klokkentoren, de Tour Pey-Berland. Deze werd in de 15e eeuw bewust apart gebouwd. De trillingen van de zware klokken, waaronder een bourdon van 11 ton, zouden de structuur van de kathedraal, gebouwd op drassige grond, in gevaar kunnen brengen. De toren zelf is een prachtig voorbeeld van flamboyante gotiek en de beklimming van de 233 treden wordt beloond met een adembenemend uitzicht over het gotische complex en de stad.

Wat anderen zeggen

“Als amateurfotograaf en liefhebber van gotische architectuur was de kathedraal voor mij het absolute hoogtepunt. De manier waarop het licht door de hoge ramen valt en de immense ruimte vult, is magisch. Ik heb een uur lang alleen maar naar de details van het beeldhouwwerk bij het noordportaal gekeken; het is van een ongelooflijke verfijning. Maar de beklimming van de Tour Pey-Berland was de echte openbaring. Van bovenaf zie je pas echt de complexe structuur van de kathedraal, de ‘anatomie’ van de luchtbogen en steunberen. Het is als een les in middeleeuwse bouwtechniek, maar dan met het mooiste uitzicht dat je je kunt wensen. Je begrijpt dan ook meteen waarom de toren apart staat. Een absolute must voor iedereen die ook maar een beetje in architectuur of geschiedenis geïnteresseerd is.”

Officiële website Cathédrale Saint-André link icon

De elegantie van het classicisme (18e eeuw)

5. Place de la Bourse: De perfecte stedelijke façade

We betreden nu de ‘gouden’ 18e eeuw, de periode die het gezicht van Bordeaux voorgoed zou veranderen. Het Place de la Bourse is het symbool van deze transformatie. Voorheen was Bordeaux een ommuurde, middeleeuwse stad. Onder leiding van intendant Tourny werden de muren gesloopt en opende de stad zich naar de rivier. Dit plein, ontworpen door de koninklijke architect Ange-Jacques Gabriel, was het eerste openbare plein van de stad en een meesterwerk van Frans classicisme. Het doorbreekt de gesloten stadsmuur en creëert een majestueuze, theatrale opening naar de Garonne. Als architect kan ik hier uren naar kijken. De genialiteit zit in de perfecte symmetrie en het ritme van de gevels. De twee gebouwen, het voormalige Beursgebouw en het Douanemuseum, spiegelen elkaar en omarmen de ruimte. De gevels zijn opgebouwd volgens de klassieke principes: een rustieke begane grond, een ‘piano nobile’ met hoge ramen en Korinthische pilasters, en een ingetogen bovenverdieping, bekroond door een balustrade. Let op de mascarons, de gebeeldhouwde gezichten onder de bogen, die mythologische figuren en de toenmalige handelsgeest van Bordeaux uitbeelden. Elk detail is doordacht. Gabriel creëerde hier geen losse gebouwen, maar een perfect georkestreerde stedelijke ruimte, een façade voor de hele stad.

De toevoeging van de Miroir d’Eau in 2006 is een moderne meesterzet. Landschapsarchitect Michel Corajoud creëerde een minimalistische waterspiegel die het plein letterlijk en figuurlijk reflecteert. Het is een dialoog tussen de 18e en de 21e eeuw die wonderwel werkt. Het water benadrukt de perfectie van Gabriels ontwerp en voegt een nieuwe, speelse en poëtische dimensie toe aan deze historische plek.

Wat anderen zeggen

“Ik ben geen architect, maar de harmonie van dit plein is overweldigend. Het voelt zo… juist. Alles klopt. De gebogen lijnen, de elegante gevels, de fontein in het midden. Het straalt een soort kalme grootsheid uit. We waren er ’s avonds, toen de gebouwen goudgeel verlicht waren en weerspiegelden in de Miroir d’Eau. Het was een van de meest romantische en adembenemende stadsgezichten die ik ooit heb gezien. Het is alsof de architecten van toen en nu hebben samengewerkt om iets tijdloos moois te creëren. De combinatie van de statige, oude architectuur en de levendige, moderne sfeer op en rond de waterspiegel is uniek. Het is het hart van Bordeaux, en het klopt met een ongekende elegantie.”

6. Grand Théâtre: Een tempel voor de kunsten

Als het Place de la Bourse de perfecte stedelijke ruimte is, dan is het Grand Théâtre het perfecte classicistische gebouw. Ontworpen door Victor Louis en voltooid in 1780, wordt het beschouwd als een van de mooiste theaters ter wereld. En terecht. Voor mij als architect is dit gebouw een openbaring. De façade is een triomf van de neoclassicistische stijl: een portiek van twaalf kolossale Korinthische zuilen draagt een entablement met daarop twaalf beelden van muzen en godinnen. Het geeft het gebouw de uitstraling van een Griekse tempel, een heiligdom gewijd aan de kunsten. Louis was niet alleen een estheet, maar ook een briljant ingenieur. Hij was een van de eersten die een metalen frame gebruikte in de dakconstructie om de brandveiligheid te vergroten, een revolutionaire techniek voor die tijd.

Maar de ware magie onthult zich binnenin. De grote trap (grand escalier) is een meesterwerk op zich, een monumentale en dramatische ruimte die diende als sociaal podium voor de elite. Louis ontwierp deze trap zo briljant dat hij Charles Garnier later inspireerde voor zijn Opéra in Parijs. De zaal zelf is een intiem juweel in blauw, wit en goud, met een perfecte akoestiek. De koepel, beschilderd door Jean-Baptiste-Claude Robin, lijkt te zweven boven de toeschouwers. Wat me hier altijd treft, is de totaalvisie. Louis ontwierp alles, van de structurele elementen tot de decoratieve details, en creëerde zo een ‘Gesamtkunstwerk’ van een zeldzame elegantie en coherentie. Het is een gebouw dat je niet alleen bekijkt, maar beleeft.

Officiële website Grand Théâtre link icon

Industriële en 19e-eeuwse bouwwerken

7. Pont de Pierre: Napoleontische ingenieurskunst over de Garonne

De Pont de Pierre, voltooid in 1822, is een prachtig voorbeeld van de ingenieurskunst van het vroege 19e-eeuwse Frankrijk. In opdracht van Napoleon I was dit de allereerste brug over de Garonne in Bordeaux, een enorme technische uitdaging vanwege de sterke stroming en de instabiele rivierbedding. De ingenieurs Claude Deschamps en Jean-Baptiste Billaudel ontwikkelden hiervoor innovatieve technieken. Ze gebruikten een duikerklok, geïnspireerd op een Engels ontwerp, om de funderingen van de 16 pijlers op de rivierbodem te kunnen bouwen. De brug is 487 meter lang en rust op 17 elliptische bogen – een getal dat, zoals de legende wil, overeenkomt met de letters in ‘Napoléon Bonaparte’.

Architectonisch gezien is de brug een toonbeeld van de strakke, functionele esthetiek van het Empire-tijdperk. De constructie is van steen en baksteen, wat de brug haar karakteristieke warme kleur geeft. De lichte, holle structuur van de pijlers was een slimme manier om materiaal te besparen en het gewicht te verminderen. Elk van de pijlers is aan de zijkant versierd met een wit medaillon ter ere van Napoleon. Naast zijn technische merites is de brug ook van onschatbare stedenbouwkundige waarde. Het verbindt het historische stadscentrum op de linkeroever met de wijk La Bastide op de rechteroever, en biedt een van de meest iconische panorama’s op de 18e-eeuwse rivierfaçade van de stad.

Wat anderen zeggen

“Ik ben ingenieur en voor mij was de Pont de Pierre fascinerend. Als je bedenkt met welke middelen ze deze brug meer dan 200 jaar geleden hebben gebouwd, in zo’n verraderlijke rivier, dan kun je alleen maar diep respect hebben voor de bouwers. De elegantie van de 17 bogen is tijdloos. We hebben eroverheen gewandeld bij zonsondergang, toen de oude lantaarns aangingen. Het uitzicht op de stad is vanaf dat punt werkelijk spectaculair. Je ziet de hele historische skyline. Het is een bouwwerk dat kracht en elegantie perfect combineert. Het is geen opzichtig monument, maar een stuk briljante, functionele infrastructuur die na twee eeuwen nog steeds een essentieel en prachtig onderdeel van de stad is.”

Moderne en hedendaagse iconen

8. De onderzeebootbasis: Een betonnen kolos getransformeerd

Onze architectonische reis neemt een duistere wending als we aankomen bij de onderzeebootbasis in de wijk Bacalan. Dit is een gigantisch, bijna buitenaards bouwwerk, opgetrokken tussen 1941 en 1943 door de Duitse bezetter. Het is een monster van gewapend beton, ontworpen om de Duitse en Italiaanse U-boten te beschermen tegen geallieerde bombardementen. De cijfers zijn verbijsterend: 245 meter lang, 162 meter breed, 19 meter hoog, met een dak van gewapend beton dat op sommige plaatsen meer dan 9 meter dik is. Er werd 600.000 kubieke meter beton gebruikt voor de constructie, waarvoor duizenden dwangarbeiders werden ingezet.

Architectonisch is dit een puur functioneel, brutalistisch bouwwerk ‘avant la lettre’. Er is geen enkele concessie gedaan aan esthetiek; alles staat in dienst van onverwoestbaarheid. Na de oorlog bleek de bunker te massief om te slopen. Het bleef decennialang een litteken in het havengebied, een herinnering aan een donkere periode. De recente transformatie van een deel van de basis tot de ‘Bassins des Lumières’, ’s werelds grootste digitale kunstcentrum, is een geniale zet. De confronterende, kille en overweldigende architectuur van de bunker vormt nu het canvas voor kleurrijke, immersieve kunstprojecties. De enorme betonnen muren en het water in de dokken worden onderdeel van het kunstwerk. Het is een prachtig voorbeeld van hoe architectuur met een zware erfenis een nieuwe, positieve betekenis kan krijgen zonder haar geschiedenis uit te wissen.

Wat anderen zeggen

“De schaal van dit gebouw is onvoorstelbaar. Als je ervoor staat, voel je je nietig. De sfeer binnen is in eerste instantie beklemmend; je voelt het gewicht van de geschiedenis en het beton. Maar de manier waarop ze dit hebben omgevormd tot een kunstlocatie is briljant. De projecties van Klimt die we zagen, weerspiegelden in het donkere water van de bassins en dansten op die gigantische, ruwe betonnen muren. Het contrast tussen de brute architectuur en de etherische, prachtige kunst was een van de meest intense en ontroerende ervaringen die ik ooit in een museum heb gehad. Ze hebben dit monster van een gebouw getemd en het een ziel gegeven. Absoluut onvergetelijk.”

Officiële website Bassins des Lumières link icon

9. La Cité du Vin: Vloeibare architectuur aan de rivier

Aan dezelfde kade als de sombere onderzeebootbasis, maar als een wereld van verschil, staat La Cité du Vin. Dit gebouw, geopend in 2016 en ontworpen door Anouk Legendre en Nicolas Desmazières van XTU Architects, is het hedendaagse icoon van Bordeaux. Het is een statement, een sculptuur die de stad de 21e eeuw in katapulteert. Als architect vind ik dit een fascinerend project. Het is een voorbeeld van parametrisch ontwerp, waarbij complexe, vloeiende vormen met behulp van computer-algoritmes worden gegenereerd. De architecten wilden de beweging van wijn die in een glas wordt gewalst vastleggen. Het resultaat is een amorf, naadloos gebouw zonder een duidelijke voor- of achterkant, dat vanuit elke hoek een andere vorm lijkt aan te nemen. De gevel bestaat uit duizenden gezeefdrukte glaspanelen en geperforeerde, iriserende aluminiumpanelen, die de kleur van de lucht en het water reflecteren en het gebouw een constant veranderend uiterlijk geven. Het is een technisch hoogstandje. De houten spanten van de dakconstructie, die een enorme vrije overspanning mogelijk maken, zijn een knipoog naar de traditionele scheepsbouw en de houten vaten waarin wijn rijpt. Dit gebouw is puur lef. Het breekt radicaal met de rechtlijnige, classicistische architectuur van de stad, maar door zijn vloeiende vorm en de reflectie van de omgeving gaat het toch een dialoog aan met de Garonne. Het is een gebouw dat je moet ervaren, eromheen moet lopen en het op je moet laten inwerken.

Wat anderen zeggen

“Wat een spectaculair gebouw! Het is als een buitenaards object dat is geland aan de oever van de rivier. We hebben er eindeloos veel foto’s van gemaakt, want bij elke verandering van het licht ziet het er weer anders uit. Van dichtbij zie je pas hoe complex de gevel is, met al die verschillende panelen. Binnen is de ervaring net zo indrukwekkend, vooral de houten dakconstructie die als een gigantisch skelet boven je hangt. Het is modern, gedurfd en het past op een vreemde manier toch perfect op deze plek. Het symboliseert de vernieuwing van Bordeaux. En het uitzicht vanaf de bar op de bovenste verdieping is de perfecte afsluiting. Een architectonisch meesterwerk van onze tijd.”

Officiële website La Cité du Vin link icon

10. MÉCA: Een culturele boog naar de toekomst

Ons laatste bouwwerk is de MÉCA (Maison de l’Économie Créative et de la Culture en Nouvelle-Aquitaine), een recent cultureel centrum ontworpen door de Deense sterarchitect Bjarke Ingels (BIG) in samenwerking met het Franse bureau FREAKS. Geopend in 2019, is dit gebouw een krachtig architectonisch gebaar. Het is in essentie een enorme, asymmetrische boog of poort, die drie verschillende culturele instellingen huisvest in zijn twee verticale kolommen en de overspannende brug. Wat ik als architect zo sterk vind aan dit ontwerp, is hoe het gebouw functioneert als een stedelijke ruimte. De leegte in het midden van de boog is net zo belangrijk als het gebouw zelf. Het creëert een openbaar, overdekt plein – een ‘urban room’ – dat de stad uitnodigt om het gebouw te gebruiken, om erdoorheen te lopen naar de kade, en om er te verblijven op de brede trappen die als tribune fungeren.

De materialiteit is eerlijk en robuust: duizenden prefab betonnen panelen, gezandstraald om de lokale, lichtgele kalksteen van Bordeaux te imiteren. Dit creëert een visuele link met de historische stad, maar dan in een onmiskenbaar hedendaagse taal. De gevel heeft een dynamische textuur door de variërende breedte van de voegen en de willekeurig geplaatste ramen die ’s avonds oplichten als een sterrenhemel. De gigantische, spiegelende letters ‘MÉCA’ op de gevel aan de rivierzijde zijn een speels detail. De MÉCA is meer dan een gebouw; het is een stukje publieke infrastructuur, een katalysator voor cultureel leven, en een optimistisch en uitnodigend statement over de toekomst van Bordeaux.

Officiële website MÉCA link icon

Bronnen: Office de Tourisme de Bordeaux Métropole, PSS-archi.eu, Wikipedia, websites van de individuele architectenbureaus en attracties, persoonlijke observaties.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *