Ga naar de inhoud

De artistieke ziel van Bourgondië

Lieve kunstliefhebber,

Wanneer je aan Dijon denkt, wat komt er dan als eerste in je op? De pittige mosterd, ongetwijfeld. Of misschien de glooiende wijngaarden die de stad omarmen als een dierbare vriend. Maar ik nodig je uit om verder te kijken, voorbij de smaken die de tong strelen, naar de schatten die het oog en de ziel voeden. Dijon, het kloppende hart van het historische hertogdom Bourgondië, is een stad die doordrenkt is van een artistieke erfenis die haar gelijke nauwelijks kent. Het is een plek waar de echo’s van machtige hertogen nog steeds door de middeleeuwse straten dwalen, waar elke gevel een verhaal vertelt en waar achter sobere deuren de meest adembenemende kunstcollecties schuilgaan.

Tijdens mijn vele omzwervingen door Frankrijk ben ik steeds weer teruggekeerd naar deze stad, telkens weer verleid door haar subtiele charme en haar onuitputtelijke culturele rijkdom. Deze stad is geen openluchtmuseum dat schreeuwt om aandacht; nee, Dijon fluistert haar geheimen en onthult haar pracht aan hen die de tijd nemen om te luisteren en te kijken. In dit artikel neem ik je mee op een persoonlijke reis langs tien van mijn meest geliefde musea, galeries en kunstplekken. We duiken in de gotische grandeur van de middeleeuwen, snuffelen rond in de intieme sfeer van 19e-eeuwse verzamelaars en laten ons uitdagen door de provocerende blik van hedendaagse meesters. Dit is geen standaard lijstje; dit is een met zorg samengesteld palet van ervaringen, bedoeld voor de fijnproever die, net als ik, gelooft dat kunst de ware smaak van een bestemming onthult. Dus pak een denkbeeldig glas Bourgogne en wandel met me mee door de artistieke ziel van Dijon.

Inhoudsopgave

Middeleeuwen en renaissance: De pracht en praal van de hertogen

Onze reis begint in de periode die Dijon heeft gevormd tot de stad die ze nu is. In de late middeleeuwen was dit geen provinciestadje, maar de hoofdstad van een machtig rijk dat zich kon meten met koninkrijken. De hertogen van Valois-Bourgondië waren niet alleen politieke zwaargewichten, maar ook verfijnde mecenassen die de grootste kunstenaars van hun tijd naar hun hof haalden. De sporen van deze gouden eeuw zijn nog overal tastbaar.

Musée des Beaux-Arts de Dijon: Het kroonjuweel in het paleis

Als er één plek is waar de ziel van Dijon huist, dan is het hier. Gevestigd in het majestueuze Hertogelijk Paleis, is het Musée des Beaux-Arts een van de oudste en rijkste musea van Frankrijk. Het is een plek waar ik uren kan dwalen. De recente, jarenlange renovatie heeft het museum een adembenemende grandeur gegeven, waarbij de historische architectuur naadloos is verweven met moderne museale inzichten. Je wandelt hier letterlijk door de geschiedenis.

Het onbetwiste hoogtepunt is de ‘Salle des Gardes’, de zaal van de wachters. Hier sta je oog in oog met de praalgraven van de hertogen Filips de Stoute en Jan zonder Vrees. De verfijning van het beeldhouwwerk, de expressiviteit van de pleurants (rouwende figuren) die in een processie rond de tombes lopen, is van een ongekende schoonheid. Ik herinner me nog goed het moment dat ik hier voor het eerst stond, de tranen stonden in mijn ogen. Dit is geen statische kunst; dit is versteend verdriet, een universele emotie gevangen in albast. De werken van de hofbeeldhouwer Claus Sluter en zijn neef Claus de Werve zijn hier de absolute meesterwerken. Maar het museum biedt zoveel meer: van Egyptische oudheden tot een indrukwekkende collectie Franse en Europese schilderkunst met werken van Titiaan, Veronese en Rubens. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de moderne vleugel. Geloof me, als je hier binnenstapt, voel je de hartslag van eeuwen aan kunst en macht. Het is een ervaring die je nederig maakt.

“Ik heb musea over de hele wereld bezocht, van het Met in New York tot de Uffizi in Florence. Maar de manier waarop dit museum geschiedenis, architectuur en kunst samenbrengt, is uniek. Staan voor de hertogelijke graven, in de zaal waar de hertogen zelf ooit liepen, voelde als een reis door de tijd. Ik was niet langer een toeschouwer; ik was deel van het verhaal. De collectie is overweldigend, maar de presentatie is zo doordacht dat het nooit te veel wordt. Een absolute openbaring.” — Een kunsthistoricus uit Londen.

Meer informatie vind je op de officiële websitelink icon.

Hospices de Beaune: Waar kunst en naastenliefde samensmelten

Voor deze parel maken we een klein uitstapje naar het nabijgelegen Beaune, een tocht die je absoluut niet mag overslaan. De Hospices de Beaune, ook wel het Hôtel-Dieu genoemd, is een voormalig armenhospitaal uit de 15e eeuw en is een van de meest iconische gebouwen van Bourgondië. De flamboyante gotische architectuur, met haar wereldberoemde geglazuurde, veelkleurige daken, is een lust voor het oog. Maar de ware schat bevindt zich binnen.

Het meesterwerk hier is het polyptiek ‘Het Laatste Oordeel’ van de Vlaamse meester Rogier van der Weyden. In een speciaal daarvoor ingerichte, verduisterde zaal wordt dit altaarstuk op een bijna heilige manier gepresenteerd. Wanneer de panelen opengaan, ontvouwt zich een tafereel van goddelijke rechtspraak dat je naar de keel grijpt. De detaillering is fenomenaal, de emoties op de gezichten van de verdoemden en de uitverkorenen zijn zo levensecht dat je de rillingen over je rug lopen. Wat mij altijd het meest treft, is de gedachte dat dit werk niet bedoeld was voor een museum, maar voor de zieken en stervenden in het hospitaal. Het diende als een laatste vermaning en troost. Deze context geeft het kunstwerk een emotionele diepgang die je in geen enkel ander museum zult vinden. Het is een directe, onversneden confrontatie met leven, dood en de artistieke genialiteit van de Vlaamse Primitieven.

Neem een kijkje op de officiële ticket websitelink icon voor de meest actuele informatie.

Musée d’Art Sacré: Stilte en bezinning in gewijde kunst

Terug in Dijon, verscholen in de voormalige Sainte-Anne kerk, ligt een klein museum dat vaak over het hoofd wordt gezien, maar dat een oase van rust en contemplatie biedt: het Musée d’Art Sacré. Dit museum is gewijd aan de religieuze kunst en het liturgisch erfgoed van de regio. Verwacht hier geen wereldberoemde namen, maar een collectie die uitblinkt in sfeer en vakmanschap.

Je vindt er prachtig bewerkte reliekhouders, rijk geborduurde gewaden en devotionele beelden die ooit de kerken en kloosters van Bourgondië sierden. De manier waarop de objecten worden tentoongesteld in de sobere, witte ruimte van de voormalige kerk, versterkt hun spirituele lading. Het is een plek die je uitnodigt om te vertragen en na te denken over de rol die kunst speelde in het leven van alledag, als een brug tussen het aardse en het goddelijke. Voor mij is een bezoek aan dit museum altijd een moment van verstilling, een welkome pauze in de drukte van het reizen. Het is de perfecte plek om de diepere, spirituele lagen van de Bourgondische kunst te doorgronden.

De verlichting tot de 19e eeuw: Intieme collecties en romantische helden

Na de grootsheid van de hertogen, verplaatsen we ons naar een tijdperk van verfijning en burgerlijke cultuur. De 18e en 19e eeuw brachten een andere schaal met zich mee: de focus verschoof van de paleizen naar de salons en van de hofkunstenaars naar de individuele genieën die de romantiek omarmden.

Musée Magnin: Een tijdscapsule van een gepassioneerd verzamelaarsechtpaar

Dit is een van mijn absolute favorieten, een verborgen juweel dat je het gevoel geeft een privévilla binnen te stappen. Het Musée Magnin is gevestigd in een prachtig 17e-eeuws ‘hôtel particulier’ en herbergt de collectie van Maurice en Jeanne Magnin. Dit echtpaar legde begin 20e eeuw met een onfeilbaar oog voor kwaliteit een verzameling van ruim 2000 werken aan. Het unieke is dat het interieur en de ophanging van de kunst exact zo zijn gelaten als de Magnins het hebben bedoeld. Je wandelt niet door een museum, je wandelt door hun huis.

De collectie is een eclectische mix van Franse, Italiaanse en Noord-Europese schilderkunst, met een nadruk op de Franse school van de 17e tot de 19e eeuw. Je vindt er werken van minder bekende, maar uiterst getalenteerde kunstenaars als Laurent de La Hyre en Eustache Le Sueur. Wat dit museum zo bijzonder maakt, is de intieme sfeer. Het voelt alsof de bewoners even de kamer hebben verlaten en je de vrijheid geven om rond te neuzen tussen hun persoonlijke schatten. Het is een museum op menselijke schaal, een verademing na de grootsheid van het Musée des Beaux-Arts. Het geeft een ontroerend inkijkje in de passie van het verzamelen en de liefde voor kunst.

“Wat een verademing! Geen overvolle zalen of schreeuwerige meesterwerken, maar een huis vol met prachtige kunst, samengebracht door mensen met een duidelijke visie en liefde. Ik voelde me een gast in hun huis. Ik kon me voorstellen hoe mevrouw Magnin haar favoriete schilderij bekeek vanuit haar fauteuil. Het inspireerde me om mijn eigen kleine verzameling met andere ogen te bekijken. Dit is geen museum, dit is een thuis voor kunst.” — Een bezoeker uit Nederland.

Plan je bezoek via de officiële websitelink icon.

Musée Rude: De kracht van de romantiek in steen

Nog zo’n verrassende, gespecialiseerde plek. Dit museum is gewijd aan het werk van één kunstenaar: François Rude, een in Dijon geboren beeldhouwer die een van de boegbeelden van de Franse romantiek was. Zijn beroemdste werk ken je ongetwijfeld: ‘Le Départ des Volontaires de 1792’ (ook bekend als ‘La Marseillaise’) op de Arc de Triomphe in Parijs. Het museum is spectaculair gehuisvest in het transept van de voormalige Saint-Étienne kerk.

De centrale ruimte wordt gedomineerd door een monumentale gipsen afgietsel op ware grootte van dit meesterwerk. De schaal is overweldigend, en hier kun je de details, de dynamiek en de rauwe emotie van het beeld van dichtbij bewonderen op een manier die in Parijs onmogelijk is. Je ziet de spanning in de spieren, de schreeuw die uit de mond van de gevleugelde Vrijheid lijkt te barsten. Het is pure, onversneden passie. Rondom dit centrale werk staan andere gipsmodellen en studies van Rude, die je een fascinerend inzicht geven in zijn creatieve proces. Het is een krachtige, dramatische plek die de revolutionaire geest van de 19e eeuw perfect vangt.

Musée de la Vie Bourguignonne: De kunst van het alledaagse leven

Kunst is meer dan alleen schilderijen en beeldhouwwerken. Het is ook de esthetiek van het dagelijks leven, de zorg die besteed wordt aan alledaagse objecten en de sfeer van een vervlogen tijd. Dat is precies wat je vindt in het Musée de la Vie Bourguignonne, gevestigd in het klooster van de Bernardines. Dit is een van die plekken waar ik een diep gevoel van nostalgie en verbondenheid ervaar. Het is een volkskundig museum, maar dan een van de meest sfeervolle die ik ken.

Het hoogtepunt is de reconstructie van een complete winkelstraat uit het Dijon van de late 19e en vroege 20e eeuw. Je wandelt langs de etalages van een hoedenmaker, een apotheek, een kruidenier en natuurlijk een mosterdwinkel. De details zijn zo perfect, de objecten zo authentiek, dat je de geuren bijna kunt ruiken en de gesprekken bijna kunt horen. Het toont het leven zoals het was, met een ontroerend oog voor de schoonheid van het ambacht en de trots van de middenstand. Dit museum biedt een onmisbare context. Het aardt de ‘hoge’ kunst die je in de andere musea ziet en plaatst het in de wereld van de gewone mensen. Het is een ode aan de ziel van Bourgondië, in al haar facetten.

Bekijk de openingstijden op de website van de Dijon musealink icon.

Moderne en hedendaagse kunst: De gedurfde stem van het heden

Dijon is geen stad die enkel in haar glorieuze verleden leeft. Het is ook een levendig centrum voor hedendaagse kunst, waar internationale kunstenaars een platform krijgen en waar de grenzen van de artistieke expressie worden opgezocht. Voor wie, net als ik, gelooft dat kunst altijd in beweging moet zijn, bieden de volgende plekken een verfrissende en soms confronterende ervaring.

Le Consortium: Een venster op de internationale avant-garde

In een strak, wit gebouw, ontworpen door de Japanse architect Shigeru Ban, vind je het zenuwcentrum van de hedendaagse kunst in Dijon. Le Consortium is een ‘centre d’art contemporain’ met een internationale reputatie. Al sinds de jaren ’70 speelt het een voortrekkersrol in het introduceren van belangrijke kunstenaars van de minimalistische en conceptuele kunst in Frankrijk. Namen als Daniel Buren, On Kawara en Annette Messager hebben hier geëxposeerd, vaak lang voordat ze wereldberoemd werden.

Een bezoek aan Le Consortium is altijd een avontuur. Je weet nooit precies wat je kunt verwachten. De tentoonstellingen zijn vaak uitdagend, soms minimalistisch, dan weer aards en conceptueel. Wat mij hier zo aanspreekt, is de onbevangen blik en de moed om kunst te tonen die vragen stelt in plaats van antwoorden geeft. Ik herinner me een tentoonstelling die bestond uit slechts een paar subtiele ingrepen in de ruimte, die je dwongen om anders te kijken naar licht, schaduw en architectuur. Het is niet altijd ‘mooi’ in de klassieke zin van het woord, maar het is altijd intelligent en prikkelend. Het is de perfecte tegenhanger van de historische musea en bewijst dat Dijon een stad is die met beide benen in het heden staat.

“Ik kwam naar Dijon voor de geschiedenis, de wijn, de mosterd… Ik had nooit verwacht hier zo’n progressief en intelligent kunstcentrum te vinden. De tentoonstelling die ik zag was confronterend en zette me echt aan het denken. Het contrast met de middeleeuwse architectuur van de stad maakte de ervaring des te krachtiger. Het is fantastisch dat een stad met zo’n rijk verleden ook de toekomst van de kunst zo serieus neemt. Een absolute must voor iedereen met een open geest.” — Een architect uit Berlijn.

Vind de huidige tentoonstellingen op de officiële websitelink icon.

FRAC Bourgogne: De artistieke polsslag van de regio

FRAC staat voor ‘Fonds Régional d’Art Contemporain’. Elke regio in Frankrijk heeft zo’n fonds, dat als doel heeft een publieke collectie van hedendaagse kunst op te bouwen en te tonen. De collectie van FRAC Bourgogne is gehuisvest in ‘Les Bains du Nord’, een voormalig openbaar badhuis in een volkswijk van Dijon. Alleen al de locatie, met haar prachtige art-deco-elementen, is een bezoek waard.

De collectie zelf is een fascinerende dwarsdoorsnede van de Franse en internationale kunst van de afgelopen decennia. De FRAC organiseert thematische tentoonstellingen waarbij werken uit de eigen collectie worden gecombineerd met bruiklenen. Dit leidt tot verrassende dialogen tussen verschillende kunstenaars en media. Het is een dynamische plek die de vinger aan de pols houdt van wat er leeft in de kunstwereld. Waar Le Consortium zich vaak richt op de gevestigde internationale avant-garde, voelt de FRAC soms iets experimenteler en meer geworteld in de Franse scene. Samen vormen ze een onmisbaar duo voor de liefhebber van hedendaagse kunst.

Buiten de gebaande paden: De kunst van de Bourgondische ’terroir’

Tot slot wil ik je meenemen naar twee plekken die misschien niet direct in een kunstgids zouden staan, maar die voor mij essentieel zijn om het volledige artistieke en culturele palet van Bourgondië te begrijpen. Want kunst is hier onlosmakelijk verbonden met de aarde, de ’terroir’, en haar vruchten.

Musée du Vin de Bourgogne: De esthetiek van de wijnbouw

Opnieuw in het charmante Beaune, ditmaal in het voormalige paleis van de hertogen van Bourgondië, vinden we het Wijnmuseum van Bourgondië. Dit is veel meer dan een technisch museum over vinificatie. Het is een eerbetoon aan de cultuur en de geschiedenis die de Bourgondische wijnen wereldberoemd hebben gemaakt. Je ontdekt hier de eeuwenoude tradities, het monnikenwerk dat aan de basis lag van de ‘climats’ (de precies afgebakende wijngaarden) en het vakmanschap dat schuilt in elk aspect van de wijnbouw.

De collectie bevat prachtige oude wijnpersen die eruitzien als sculpturen, een verzameling verfijnde ’tastevins’ (de traditionele proefschaaltjes) en een serie schitterende wandtapijten die de cyclus van de wijnstok uitbeelden. Dit museum laat je zien dat de wijnmakerij in Bourgondië niet zomaar een ambacht is, maar een ware kunstvorm, waarbij de mens in dialoog gaat met de natuur. Het verandert voorgoed je blik op het glas wijn dat je ’s avonds bij het diner drinkt.

La Fabrique de Cassis: Een ode aan de zwarte bes

Onze laatste stop is wellicht de meest verrassende. La Fabrique de Cassis van het huis Vedrenne in Nuits-Saint-Georges, even ten zuiden van Dijon, is een ‘muséum’ gewijd aan de zwarte bes, de vrucht die de basis vormt voor de fameuze Crème de Cassis. Waarom staat dit in mijn lijst? Omdat het op een speelse en visueel zeer aantrekkelijke manier de geschiedenis van een regionaal icoon vertelt.

Door middel van interactieve displays, oude reclameaffiches die ware kunstwerkjes zijn, en een prachtig vormgegeven parcours, ontdek je alles over dit bescheiden besje. De posters uit de Belle Époque en de art-decoperiode zijn een feest voor het oog en tonen hoe marketing en kunst hand in hand kunnen gaan. Het bezoek wordt afgesloten met een proeverij, wat de zintuiglijke ervaring compleet maakt. Het is een lichte en vrolijke afsluiter van onze artistieke reis, die bewijst dat kunst en ‘joie de vivre’ in Bourgondië nooit ver uit elkaar liggen.

Ontdek deze unieke plek op de officiële website van Le Cassissiumlink icon.


Bronvermelding:
De informatie in dit artikel is gebaseerd op persoonlijke bezoeken en de officiële websites van de genoemde musea en instellingen, waaronder beaux-arts.dijon.fr, hospices-de-beaune.com, musees.dijon.fr, musee-magnin.fr, leconsortium.fr, frac-bourgogne.fr, beaune-tourisme.fr en vedrenne.fr. Algemene informatie is tevens verkregen via de website van Destination Dijon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *